Prototype Citroen M35

Prototype Citroen M35
Explanation Citroen M35
Citroen M35 for sale
Contact
FrançaisNederlandsEnglish (UK)
Homepage Citroen M35Citroen M35 on FacebookContact

Content of this page

Kijk hier voor historie, artikelen en naslagwerken

Kijk hier welke auto's gebouwd zijn en wat er over bekend is

Kijk hier wat er allemaal met M35's beleefd wordt

For now an English translation is not available. If you feel like helping us in making a translation, please contact us!

Juli 2011 met de M35 op vakantie naar de 2cv wereld meeting in Salbris Frankrijk .Ik stop als eerst na een rit van vier en een half uur in Parijs alwaar ik blijkbaar ben gespot ben door Hugo Veldkamp tijdens het rijden op de Avenue André Citroën (het vroegere Quai de Javel), die daar blijkbaar een op een terrasje een verfrissing zat te nuttigen. Ik hoorde het via Sander.

Ik rij weer verder door de stad, toeristen en onbekende fotografen gaan helemaal los wanneer ik de M35 op de esplanade pal voor de Eiffeltoren parkeer. Na nog even in de buurt te zijn geweest van Philip Freriks’ residentie op Montmartre en daar over de borsten te hebben gewreven van het bronzen borstbeeld van Dalida, die volgens de overgave geluk en voorspoed zou brengen (je weet maar nooit met zo’n auto).

Via Porte d’Italie de A6 op richting het zuid-westen, de autoweg gaat daar flink steil omhoog. Ondanks het warme weer en het file rijden blijft de auto het goed doen. ‘s Avonds laat kom ik aan in Salbris waarbij ik direct in een 2cv-file terecht kom , om middernacht staat m’n tent op , op een overvol festival terrein . De volgende dagen veel bekijks gehad met de auto , onder andere de eigenaren van No.47 en No. 95 ontmoet. Ook de eigenaar van No. 406 gesproken, bij verteld een register van M35’s bij te houden

De wereldmeeting loopt ten einde , gelukkig maar , ik begin er zo onderhand een afkeer van te krijgen van al die drukte op een stoffig veel te klein terrein . De maandag naar het automobielmuseum in Valencay waar No.396 te bewonderen viel , de auto verkeerde in een zeer respectabele staat en had zo te zien voor de laatste keer zo’n vijfentwintig jaar geleden nog gereden . Na het volledige museum te hebben doorlopen zo rond de middag via de Loire-streek naar Saint-Lo in Normandië gereden. De volgende dag naar Coutances op zoek naar de Citroën dealer Lebouteiller die mijn no 122 destijds had verkocht aan monsieur Glaize, dierenarts in Roncey.

De Citroën-dealer was van naam veranderd en ook van plek, Lebouteiller bestond niet meer en aangezien het een volledig nieuw pand was ben ik maar niet gaan vragen of ze nog iets van Lebouteiller wisten. Op naar Quetrevillais daar is wel nog een garage van Lebouteiller die nog aan Mercedes en Citroën sleutelt , de dienstdoende pompbediende vertelde mij dat de patron met vakantie was , ik moet maar over drie weken terug komen.

Verder doorgereden naar Roncey waar No. 122 het begin van haar leven heeft rondgereden. Daar naar de plaatselijke dierenartspraktijk gegaan om te vragen of ze de naam Glaize konden herinneren helaas was dat te lang geleden. De auto maar op het kerkplein in Roncey geparkeerd om wat te gaan lunchen , plots stop er een mevrouw met een Citroën C4 en zegt dat ze de auto herkend , ik natuurlijk hotel de botel , maar wat blijkt haar vader heeft in de jaren zeventig twee Citroën-garages gehad. Eén in Avranches en de andere in Granville, waarvan zij zich nog kan herinneren dat haar vader buiten M35 een aantal Birotors in onderhoud had. Zelf had ze er ook één gehad maar had spijt dat ze deze auto had weggedaan. Het spoor liep hier dus tijdelijk dood , na elkaar e-mailadressen te hebben uitgewisseld ben ik noordwaarts vertrokken om de D-Day-coast te gaan bezichtigen. Na enkele dagen hier te hebben rondgezworven in één ruk naar huis gereden, zonder problemen in zes en een half uur naar huis.

Later die week komen diverse e-mails binnen van de Francaise, Babette, die ik op het kerkplein in Roncey had ontmoet. Ze had bij haar moeder navraag gedaan of zij zich nog iets kon herinneren van klanten die M35 reden. Haar moeder vertelde dat ze zich dat niet meer kon herinneren. Ook de oude administratie van beide Citroën-filialen was begin negentiger jaren opgeruimd. Het enige wat ze zich nog kon herinneren was een kleine Citroën-servicegarage in het plaatsje Bréhal. Nu begon langzaam het kwartje bij mij te vallen dat ik deze naam had gezien op de oude invoer papieren die ik bij de aankoop van de auto erbij had gekregen. De auto was dus in ‘84 in Bréhal gekocht van de plaatselijke Citroën-servicegarage. Na een week kreeg ik van haar een e-mail met daarin de mededeling dat ze de oud-garagist had opgespoord en vertelde dat hij zelf een blauwe M35 in de jaren zeventig en tachtig had gehad . Dit kon dus niet missen dat we het over dezelfde man hadden.

De voormalige garage.

De volgende afspraak was dat ik naar het klassieke automobiel-treffen bij het automobielmuseum in Lohéac het eerste weekend van oktober zou komen en Babette en de oude Citroën garagist daar zou ontmoeten. Die eerste zaterdag in oktober naar Loheac waar ik ‘s middags Babette weer ontmoette, ze had een afspraak gemaakt met de bewuste garagist die op eigen kracht vanuit Saint-Martin-Bréhal naar Lohéac was gekomen. Ik maakte nu eindelijk kennis met de tweede oud eigenaar van mijn auto. Het is Jacky Jardin , tachtig jaar en nog zeer vitaal en goed uitziend ondanks zijn leeftijd. Hij komt met zijn Citroën XM berline samen met z’n Welsh terriër .

We lopen samen wat rond in het museum van Lohéac en buiten over de onderdelen beurs, het is er aangenaam en we besluiten samen te gaan lunchen rondom de barbecue die buiten op het grasveld staat opgesteld. Babette tolkt voor mij alles in het Engels terug wat monsieur Jardin allemaal verteld , hij is een waterval van Franse woorden. Na de lunch samen naar mijn auto die in de rijen op een speciale klassiekers parkeerplaats buiten het museum staat. Er staan al zo’n zeventig klassiekers van allerhande merken bijeen en ik ben als enige met een buitenlands kenteken aanwezig. Monsieur Jardin ziet ineens de M35 staan en wordt enthousiast over zijn oude auto , we maken foto’s samen met mij en Jardin bij de auto. We spreken af dat we maandagmiddag samen gaan lunchen bij monsieur Jardin thuis in Bréhal .

Maandag 10uur op bezoek bij Babette in Granville, ze laat mij thuis van alles bekijken over de tijd dat haar vader twee Citroën-garages had, voornamelijk veel foto’s. Ze heeft net als ik een paar grote vitrines gevuld met Citroën modelautootjes verder is ze ook gepassioneerd van grote zeiljachten en oude vliegtuigen. Ze vertelt het hele verhaal van haar vader die destijds zeer gepassioneerd was van vliegtuigen en een eigen twee-motorige Cessna had. Helaas sloeg het noodlot toe op een mistige dag in 1980, haar vader botste in de baai van Granville tegen een ander één-motorig Cessna vliegtuig. Beide vliegtuigen inclusief de piloten en passagiers overleefden de crash niet. Ze liet mij het krantenartikel van de vliegtuigcrash zien. Via een ponton heeft men delen van de vliegtuigjes voor zo ver mogelijk proberen te bergen. Vanaf dat moment stond haar moeder er alleen voor de beide Citroën-garages te runnen in Avranches en Granville.

Dat heeft ze tien jaar volgehouden, waarna ze uiteindelijk besloot de garages te verkopen in 1990. Ze vertelde dat haar vader vanwege zijn vliegtuigpassie goed bevriend was met Monsieur LeBouteiller van de gelijknamige Citroën-garage in Coutances, ook een gepassioneerd vliegenier en alsof de duivel er mee speelt bleek dat Monsieur LeBouteiller begin jaren tachtig met zijn Cessna in de buurt van Cherbourg te zijn verongelukt . Dus deze Monsieur hoefde ik geen vraag meer te stellen of hij nog gegevens had bewaard omtrent de levering van mijn M35 aan de dierenarts Monsieur Glaize in Roncey. Babette had omdat ze bij een administratief kantoor in Roncey werkt ook bij kennissen in Roncey navraag gedaan over de dierenarts Monsieur Glaize. Ook die was niet meer onder de levenden, wel zou zijn vrouw nog in Donville wonen. Ze kon me enkel vertellen dat dorpsbewoners van Roncey zich nog de dierenarts in zijn Citroën SM en M35 konden herinneren, de M35 om klanten te bezoeken en de SM was meer voor zondags gebruik.

Het begon al aardig richting 12 uur te lopen, het was tijd om de auto’s te pakken naar Saint-Martin de Bréhal, Babette in haar Peugeot 204 cabriolet en ik in m’n M35. Ik mocht mijn M35 van Monsieur Jardin in de jardin parkeren zodat we een goed uitzicht hadden over de auto tijdens de lunch op het terras. Het was fantastisch nazomers weer , monsieur Jardin was één en al een waterval van verhalen die hij kwijt wilde aan ons. Maar eerst , Champagne !! om het heugelijke feit te vieren dat zijn oude Citroën M35 na 27 jaar weer op zijn oprit in de tuin stond. Af en toe sprong Babette mij in het Engels bij zodat ik toch nog iets meekreeg van het snelle gesprek van Jardin . Monsieur Jardin had een viergangen diner voor ons in elkaar gestoken, wat mij goed gesmaakt heeft.

Hij vertelde dat hij de M35 in 1972 had zien staan bij zijn collega Citroën garage Le Bouteiller in Coutances , de auto was tot aan de voorruit volledig kort gereden en hij vroeg of hij de auto kon hebben. Dit was niet mogelijk, de auto moest vernietigd worden in opdracht van Citroën Parijs. Na enkele maanden te hebben gestaan bij alle andere sloopauto’s kreeg uiteindelijk Jardin na lang aandringen het voor elkaar dat hij het wrak van de M35 kon meenemen. Hij demonteerde de carrosserie van het chassis, op dat moment kwam net de Ami Super op de weg. Doordat de nieuwe onderdelen van de Ami Super te bestellen waren , besloot hij om een volledig nieuw carrosseriedeel vanaf de voorruit tot aan de voetenbak in de koets te lassen. Dit originele plaatwerkdeel voor de M35-koets was toen al niet meer leverbaar .

Op de voetenbak kwam nu de Ami Super-versnellingspookbediening te staan, hetgeen een flinke verbetering was ten opzichte van de oude 2cv-pookbediening. Er werd een nieuw M35 chassis besteld en een nieuw versnellingsbak-carter (het chassis was geknikt en de versnellingsbak was door de klap doormidden gebroken). Alle tandwielen werden overgezet in het nieuwe carter, ook een nieuwe prise-as werd gemonteerd. De oude motor was zwaar gehavend er zat een gat in het carter. Via de interne Citroën opleidingsschool voor jonge monteurs die kennis kwamen opdoen op gebied van Wankel-motoren, regelde hij met inruil van zijn oude motor een nieuwe motor met op de motor nieuwe componenten als onder andere carburateur en hogedrukpomp enz.. Nu kon de opbouw van de auto beginnen, alle hydraulica van het oude chassis overzetten, de gerepareerde carrosserie, de gereviseerde versnellingsbak en motor, bumper radiator voorfront motorkap enz. Het grillefront werd compleet nieuw besteld.

De auto veranderde van de saaie grijze kleur naar een metallic-gouden kleur, tevens werd een trekhaak gemonteerd opdat hij zijn boottrailer tot op het strand kon rijden om in zijn vrije uurtjes te gaan vissen op zee. Zijn vrouw gebruikte de auto regelmatig om de kinderen naar school te brengen, totdat zij een lantaarnpaal over het hoofd zag en er alweer een aanzienlijke schade er aan de voorzijde van de auto was. Na alles weer zelf te hebben hersteld in zijn werkplaats in Bréhal, besloot hij de auto in de kleur Blue Delta te spuiten wat op dat moment een zeer populaire kleur was , we spreken nu over 1974 / 1975 . In de jaren daarna kreeg hij regelmatig van mensen de vraag of de auto te koop was , maar het antwoord was telkens non. Totdat na lang aandringen hij in 1984 de auto verkocht aan een Nederlandse Fransman, meneer Anfray uit Zeeland. Hij gaf hem alle reserve M35 onderdelen , een nieuwe grille, de carte grise, de reserve deur en contact sleuteltjes en een tweedehands front en nog wat kleine onderdelen.

De auto werd op eigen kracht op een aanhanger gereden , en we namen destijds afscheid van elkaar , zei Jardin . Na vijf uur lang geluncht te hebben en allerlei interessante verhalen en anekdotes gehoord te hebben uit de jaren zestig tot en met negentig (hij heeft tot zijn zeventigste verjaardag in zijn Citroën garage gewerkt), was het nu tijd dat hij nog even in zijn oude auto ging zitten en een paar keer op het gaspedaal te duwen Hiervan leefde hij helemaal op. Na nog wat foto’s te hebben gemaakt was het tijd om afscheid te nemen en spraken we af dat ik, nadat de auto geheel te hebben gerestaureerd, nog een keer langs te komen (hopelijk leeft Monsieur Jardin dan nog , ik moet dus opschieten). ‘s Avonds terug naar Granville om met Babette te gaan eten in een visrestaurant in de haven van Granville. Na afscheid te hebben genomen keer ik terug naar m’n hotel waar ik de volgende dag de terugreis naar huis aanvaard , de auto en de motor doen het nog steeds goed en het is zalig om over de Pèage te rijden. Zelfs de Pont de Normandie en de steile helling die daarop volgt is geen probleem voor de auto.

Tot zover het relaas van de geschiedenis van mijn M35.

Michel Evers.
30-09-2012.